Leon van Kelpenaar, pseudoniem van Leonardus Johannes Josephus Obers, roepnaam Leo (Deurne, 27 maart 1930 - Meijel, 23 augustus 1951), was een Nederlandse dichter. Hij was de zesde van dertien kinderen van handelsreiziger Leonard Hendrik Obers en diens vrouw Joanna Theodora Coopmans.
Ten tijde van zijn dood (door verdrinking in een kanaal) studeerde hij Nederlandse Letterkunde en Geschiedenis aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Eerder zat hij op het Klein Seminarie.
Hij werd op 26 augustus 1951 begraven op het kerkhof van de Sint- Willibrorduskerk (graf 347) in Deurne. Zijn broer Frans (Babylon) Obers is op de dag af zeventien jaar later in het graf bijgezet. Op datzelfde kerkhof is ook het graf van hun broer Pieter Obers (1931-1945) te vinden.
Frans Babylon schreef in het tijdschrift Roeping een in memoriam voor zijn broer: 'In het kanaal van vaders jeugd en de onze werd zijn zelfvertrouwen gebroken [...] Niet lang daarna vond ik hem terug in een onbenaderbare voltooidheid. Zijn lichaam op de baar veel langer, volwassener en waardiger dan ik het ooit tevoren kende.'
In de jas van Van Kelpenaar, die aan de rand van het kanaal lag, vond men een portefeuille met daarin alle gedichten die hij geschikt achtte voor publicatie. Die publicatie is kort na zijn dood verzorgd door Frans Babylon onder de titel In memoriam Leon van Kelpenaar, met illustraties van Gerard Bruning, en in een beperkte oplage 'uitsluitend verspreid onder vrienden en kennissen van de verdronken dichter.'
Op het bidprentje van de overledene stond een gedicht van zijn broer, getiteld 'In memoriam fratris'; waaruit de volgende regels:
En toen een avond was bezonken
in 't jeugdland met zijn wijd verschiet,
wou hij weer zwemmen bij het riet,
maar is in de eeuwigheid verdronken.
In Deurne is een Leon van Kelpenaarstraat te vinden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten