01 december 1854 Amsterdam
Groeide op in een gezin, waar de aanleg voor dichten en het componeren van liederen rijkelijk door de aderen stroomde. Zowel zijn vader als zijn oudere broer zijn niet bepaald onbekend te noemen binnen de nederlandse letteren. respectievelijk Joannes Fransicus Alberdingk Thijm & Josephus Albertus Alberdingk Thijm. (zie het dbnl)
Vanaf zijn twintigste legde hij zich volledig toe op de kunsten, waarbij het componeren de boventoon voerde. De uitvoering liet hij doorgaans aan anderen over.
Medewerker van den Spectator (1843-1950), waar hij zich voornnamelijk bezighield met de muzikale onderwerpen en artikelen en aan den bundel O. en N. Kerstliederen. Bewerkte, behalve eenige vlugschriften over muziek: De volks-revelje naar 't Frans van Platon Polichinelle, dat in 1852 uitgegeven werd te Amsterdam.
bron : dbnl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten