Elisabeth Kulmann werd op 17 juli 1808 geboren te Sint Petersburg, als dochter van een Russische officier, die niet lang na haar geboorte zou komen te overlijden & een Duitse Moeder. Ze groeide op in de Duitse Kolonie te St. Petersburg.
Elisabeths buitengewone gaven, bleken reeds op jonge leeftijd. Onderwezen door haar moeder sprak & las ze op haar zesde al vloeiend Russisch & Duits. Een vriend van de famile Karl Friedrich von Grossheinrich nam de resterende vreemde talen voor zijn rekening, zoals Nieuw Grieks, Frans, Italiaans, Engels, Spaans & Portugees. Talen die ze allen sprak. Dat ze ook Latijns & Oudgrieks begreep lijkt bijna een vanzelfsprekendheid, dit wonderkind in ogenschouw nemend. Maar natuurlijk werd ze ook onderwezen in de kunsten, natuurwetenachappen etc.
Vanaf haar achtste vertaalde ze Anacreon, Alfieri, Oserow, Camoes & Milton in het Duits & schreef originele verzen in het Duits & Russisch. Goethe zag voor haar een grote literaire toekomstweggelegd. Maar de grote overstroming in 1824 haalde een streep door de rekening. Elisabeth werd ernstig ziek en bezweek een jaar later op 1 december 1825. Slechts zeventien jaar oud.
Keizerin Alexandra Feodorowna & Grootvorstin Helena Pawlona lieten op haar graf een monument plaatsen met het opschrift "De eerste Russin die Grieks leerde, elf talen begreep en acht sprak, tegelijkertijd een jong meisje en groot dichteres"
1835 Samtliche dichtungen
1875 Ausgewahlte dichtungen
An den Tod
Was fühlst du für Vergnügen,
In schreckender Gestalt
Dich einem Kind zu zeigen,
Das schon zum Grabe wallt?
Was hab' ich denn genossen
(Nimmst du die Freuden weg,
Die meinem Geist geworden)
Auf meinem Lebensweg?
Erst nahmst du mir die Brüder;
Dann Vater, unsern Hort;
Noth machte mir die Heimath
Fast zum Verbannungsort.
Hat mich nicht der Gedanke
Gequält, früh brech' mein Herz?
Und mehr als eignes Leiden
Der guten Mutter Schmerz?
Zum mindsten laß mich ruhig
Vollenden meine Bahn!
Hab' jemals einem Menschen
Leid gethan?
Ich sterbe jung, und hoffte,
Ich würde alt, sehr alt;
Und sterb' ich heut, - ist morgen
Mein Namen schon verhallt!
© Elisabeth Kulmann
Elisabeths buitengewone gaven, bleken reeds op jonge leeftijd. Onderwezen door haar moeder sprak & las ze op haar zesde al vloeiend Russisch & Duits. Een vriend van de famile Karl Friedrich von Grossheinrich nam de resterende vreemde talen voor zijn rekening, zoals Nieuw Grieks, Frans, Italiaans, Engels, Spaans & Portugees. Talen die ze allen sprak. Dat ze ook Latijns & Oudgrieks begreep lijkt bijna een vanzelfsprekendheid, dit wonderkind in ogenschouw nemend. Maar natuurlijk werd ze ook onderwezen in de kunsten, natuurwetenachappen etc.
Vanaf haar achtste vertaalde ze Anacreon, Alfieri, Oserow, Camoes & Milton in het Duits & schreef originele verzen in het Duits & Russisch. Goethe zag voor haar een grote literaire toekomstweggelegd. Maar de grote overstroming in 1824 haalde een streep door de rekening. Elisabeth werd ernstig ziek en bezweek een jaar later op 1 december 1825. Slechts zeventien jaar oud.
Keizerin Alexandra Feodorowna & Grootvorstin Helena Pawlona lieten op haar graf een monument plaatsen met het opschrift "De eerste Russin die Grieks leerde, elf talen begreep en acht sprak, tegelijkertijd een jong meisje en groot dichteres"
1835 Samtliche dichtungen
1875 Ausgewahlte dichtungen
An den Tod
Was fühlst du für Vergnügen,
In schreckender Gestalt
Dich einem Kind zu zeigen,
Das schon zum Grabe wallt?
Was hab' ich denn genossen
(Nimmst du die Freuden weg,
Die meinem Geist geworden)
Auf meinem Lebensweg?
Erst nahmst du mir die Brüder;
Dann Vater, unsern Hort;
Noth machte mir die Heimath
Fast zum Verbannungsort.
Hat mich nicht der Gedanke
Gequält, früh brech' mein Herz?
Und mehr als eignes Leiden
Der guten Mutter Schmerz?
Zum mindsten laß mich ruhig
Vollenden meine Bahn!
Hab' jemals einem Menschen
Leid gethan?
Ich sterbe jung, und hoffte,
Ich würde alt, sehr alt;
Und sterb' ich heut, - ist morgen
Mein Namen schon verhallt!
© Elisabeth Kulmann
Geen opmerkingen:
Een reactie posten