vrijdag 9 december 2011

Willem den Elger, Nederland (1679-1703)


Willem den Elger werd geboren te 's-Gravenhage, waarschijnlijk in 1677 hoewel er ook enkele bronnen zijn die melding maken van het jaar 1679. Hij studeerde sinds 6 Oktober 1698 te Leiden en stierf reeds op 4 Februari 1703 te Rotterdam.

P.G.Witsen Geysbeek meldt in zijn Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters (1822) onder andere het volgende over den Elger. "den Elger verdient eervolle vermelding onder de dichters van zijnen tijd, en zou waarschijnlijk bijaldien eene ongelukkige liefde niet onverwacht den draat van zijn jeugdige leven had afgesneden, aanmerkelijke vorderingen in de dichtkunst en fraaie letteren gemaakt hebben. Den Elger was een jongeman van een vluggen geest, juist oordeel, fijn gevoel, grondige geleerdheid en zuiveren smaak. Opgeleid tot het vak der regtsgeleerdheid en reeds met zijn negentiende jaar (Geysbeek ging er dus vanuit dat den Elger uit het jaar 1679 stamde) tot het meesterschap in dezelve bevorderd, paarde hij met de kennis der Latijnsche en Grieksche talen ook die der Fransche en Italiaansche, welke hij in een ongeloofelijk korten tijd zonder meesters aanleerde. Zijnen zinnebeelden der liefde en zijne gedichten en Rotterdansche Arkadia dragen blijken van eenen goeden dichterlijken aanleg in dezen jeugdige martelaar der liefde, wiens gedichten meestal op een zachten en tederen toon gestemd zijn. Niet dat op al het goede, dat wij daarvan zeggen, in onze tijd niets zou af te dingen zijn, maar wanneer men de tij, waarin hij bloeid, zijne jeugd en daarbij in aanmerking neemt dat hij alle, wat er van hem in het licht is, binnen den tijd van drie jaren heeft opgesteld, en het grootste gedeelte daavan na zijn dood door anderen is uitgegeven, die hunnen beschaaflust aan zijne voortbrengselen ontwijfelbaar niet wenig geboet hebben, zal men dezelven zoo streng niet beoordelen als die van een meer in jaren gevorderden dichter."

den Elger beroofde zich dus van het leven, waarmee hij de vroegst bekende zelfmoordenaar uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis is. De reden voor den Elgers zelfmoord was geen onbeantwoorde liefde, zoals onder andere de hierboven geciteerde Geysbeek vermoedde, maar een verboden liefde. Over het hoe en wat van deze liefdesgeshiedenis is overigens weinig bekend. Standsverschil en het geloof zouden de voornaamste redenen geweest zijn. Zij was immers gereformeerd en hij katholiek. De naam van het meisje is onbekend. Hij sprak haar altijd dichterlijk aan met Leliaane. In een bewaard gebleven brief verzekert hij haar dat zijn liefde 'vermits uwe bevalligheden geen ogenblik uit mijne gedagten zijn, nog gestadig toeneemt, en dat ik duizend maal liever zou willen sterven als u verlaten, ja dat het mij onmogelijk zou zijn van u te scheiden als met de dood'. Den Elger hield zich aan zijn woord.

Hij schreef:

* Wagt me voor dat Laantje kluchtspel, n.h. Fr. van Regnier, Rott. 1698, herd.1708 en 1735;
* Pyrrhus, koning van Epieren, trsp. n.h. Fr. van Corneille, Rott. 1698, herdr. 1708 en 1735;
* Rotterdamsche Arcadia, Rott. 1699;
* Manlius, blij-eijndend treurspel, u.h. Fr. van Mad. Desjardins, Rott. 1699;
* Zinnebeelden der liefde, Leid. 1703, Amst. 1732; hier
* De dood van Cyrus, trsp. n.h. Fr. van Quinault, Rott. 1716, id. 1717;
* Gedichten en Rotterdamsche Arcadia, Amst. 1726.

Bronnen : DBNL & waar ligt poot, de Prom, 1997

Geen opmerkingen: