Eric Stenbock (Graaf van
Bogesund en Erfgenaam van een landgoed nabij Kolga) werd geboren op
12 maart 1860 in het Baltische deel van toenmalig Duitsland.
Stenbock's vader stierf plotseling toen Eric slechts één jaar oud
was. Zijn bezittingen werden beheerd door zijn grootvader Magnus
Stenbock. Kort daarna stierf de grootvader aan moederskant die
katoenfabrikant was, waardoor Eric nog meer gelden in vooruitzicht
werden gesteld.
Stenbock studeerde aan het
Balliol College te Oxford, maar zou zijn studies nooit afronden.
Tijdens zijn verblijf in oxford, werd hij (op meerdere vlakken) sterk
beïnvloed door kunstenaar en illustrator Simeon Solomon. Daarnaast
werd er ook wel beweerd dat hij een relatie had met componist en
dirigent Norman O'Neill en met enkele andere heerschappen.
In Oxford bekeerde hij
zich ook tot het Rooms-katholicisme, waarbij hij de naam Stanislaus
aannam. Naar eigen zeggen zou hij in deze periode elke week een ander
geloof geprobeerd te hebben, zodat hij aan het einde van zijn leven
een gecombineerd geloof had ontwikkeld dat bestond uit elementen uit
het Katholicisme, het Boeddhisme en de Idolatrie.
In 1885 overleed Magnus
Stenbock, waardoor Eric de titel van Graaf kreeg en het beheer van
veel familie-bezittingen in Estland. Eric reisde naar Kolga en
verbleef aldaar zo'n anderhalf jaar om in de zomer van 1887 weer
terug te keren naar Engeland, Tegen deze tijd reeds worstelend met
een alcohol en drugsverslaving.
Stenbock gedroeg zich
uiterst excentriek. Hij hield slangen, hagedissen, salamanders &
padden in zijn kamer, terwijl zijn tuin aardig op een diergaarde
begon te lijken met onder andere een rendier, een vos en een beer.
Wanneer hij reisde, had hij vaak een aap of levensgrootte pop bij
zich, die hij aansprak als de kleine graaf en voorstelde als zijnde
zijn zoon.
Stenbock leefde
grotendeels in Engeland en schreef zijn werk dan ook in het Engels.
Gedurende zijn leven publiceerde hij een drietal poeziebundels en een
verzameling korte verhalen die onder andere positief besproken werd
door H.P.Lovecraft.
Tegen 1895 was hij zwaar
verslaafd aan opium en alcohol en keerde terug naar Brighton, waar
zijn moeder leefde en waar hij zijn tijd grotendeels inhuizig
doorbracht met de gordijnen gesloten en kaarsjes brandend voor Buddha
& de dichter Shelley. Hij stierf op 26 april 1895 gedurende een dronken argument
met zijn stiefvader. Stenbock stond met een pook te zwaaien, viel om in de open haard en stond niet meer op. (bron:wikipedia)
Sonnet VIII
Oh - and the darkness grew intolerable,
And as I looked down the long, low corridor
I felt another horror, unfelt before.
There was no light there -- but may-be the flames of Hell
Cast shadows darker than darkness -- palpable --
It did not walk, yet crept not on the floor,
And my soul froze within me to the core.
It touched me and It spoke -- how It spoke I cannot tell.
Yea, and it spoke to me thus mockingly
"Resist me not, with me there is no strife,
Dids't thou not call upon me, I am come
To be the Guardian Angel of thine home,
To be a light to lighten all thy life
Henceforth we will dwell together, thou and I."
Sonnet VIII
Oh - and the darkness grew intolerable,
And as I looked down the long, low corridor
I felt another horror, unfelt before.
There was no light there -- but may-be the flames of Hell
Cast shadows darker than darkness -- palpable --
It did not walk, yet crept not on the floor,
And my soul froze within me to the core.
It touched me and It spoke -- how It spoke I cannot tell.
Yea, and it spoke to me thus mockingly
"Resist me not, with me there is no strife,
Dids't thou not call upon me, I am come
To be the Guardian Angel of thine home,
To be a light to lighten all thy life
Henceforth we will dwell together, thou and I."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten