maandag 22 september 2014

kort dag gedicht 3: Huibrecht Haenen (1873-1908)

 

Zomernacht.

Allengs verzwakt, versterft de schemerklaarte,
Die alles toetst met bleeke, blauwe tint;
Het avondduister zijpelt door 't geblaarte;
De verte weifelt, grijst en grauwt, verzwindt.
 
Een kwijnend rood doorstreept, karmijnt de kimmen,
Als waar 't de weerglans van verwijderd vuur;
De zonnegoudklomp, bij het laatste glimmen,
Versmolt daar in den kroes van 't luchtazuur.
 
Nu dalen donkre draperijen neder
Van fijngesponnen draden, licht als zij,
Die, zwevend, al omwikklen, lijze en teeder,
Die sleepen langs het bruine gras der wei.
 
Hier staan, met loofwerk als uit brons gehouwen,
De boomen, torschend hunne trotsche macht;
Daar zijn het massas, die onvatbaar grauwen,
Of schimmen ginds, wegzwijmlend in den nacht.
 
In 't donker loopt de breede baan verloren.
Gelijk een vlakten, eindloos uitgebreid,
Deint langzaam weg het hooggewassen koren,
Dat men betreden zou door 't oog misleid.
 
Het westen okert nog; na luttel stonden
Wordt alles in den ether uitgewischt.
Doorzichtig floers houdt bosch en veld omwonden,
Zij sluimren zacht, door koeltjes opgefrischt.
 
Daar heldert ginds de donzen hemel, dauwend
Van parelemoer. 't Rivierken kronkelt voort
En mengt zijn inkt met golfgewel, blank-blauwend;
De wilgen dommlen, droomen aan zijn boord.
 
Het alles zwijgt een zwijgen, diep en treffend,
Een zwijgen, dat de ziele spreken doet,
Als of zij, uit haar zelve zich verheffend,
Zich aan heur zelf veropenbaren moet.
 
De stilte kan men met de handen grijpen;
Zij nadert, looze sluipt ze voort, ze omvat;
Gij voelt haar armen zacht, heel zachtjes nijpen;
Zij lost u weer en strijkt langs bloem en blad.
 
Door 't luchtmysterie wuiven harmonieën,
Als ruischte stil 't verkreukend nachtgewaad,
Als suisden stemmen toovermelodieën,
Die slechts de ziel bij zomernacht verstaat.
 
Gesluierd is 't azuur, waar starren weemlen:
Dwaallichtjes in de vlakten van de lucht.
Den geest, naar 't verre, waar geheimen scheemlen,
Ontvliên gedachten en aan 't hart een zucht.
 
© Huibrecht Haenen 1898

Geen opmerkingen: