vrijdag 25 november 2011

David Diop, Frankrijk (1927-1960)



David Mandessi Diop werd geboren op 9 juli 1927 te Bordeaux. Zijn moeder kwam uit kameroen, zijn vader uit Senegal. Over zijn jeugd is niet zoveel bekend. David verloor zijn vader op jonge leeftijd en werd voor het grootste deel van zijn jeugd dus opgevoed door zijn alleenstaande moeder. De meeste bronnen melden dat hij zijn basisonderwijs in Senegal genoten zou hebben, maar gedurende de tweede wereldoorlog zat hij in ieder geval met zekerheid op het Lycee Marcelin Berthelot te Parijs. Hij debuteert als dichter terwijl hij nog op school zit. Verschillende van zijn gedichten worden gepubliceerd in Leopold Senghor's Anthologie de la nouvelle poesie negre et malgache (1948)

Hoewel hij het grootste deel van zijn leven in Frankrijk woont, blijft hij verlangen naar Afrika. Dit vormt dan ook een belangrijke thematiek in zijn Poëzie, net zoals zijn haat tegen de onderdrukker en de vurige hoop dat Afrika ooit een volledig zelfstandig en onafhankelijk continent zou worden.

Ten gevolge van zijn slechte gezondheid (verschillende bronnen melden dat hij zijn hele leven semi invalide zou zijn geweest, maar een omschrijving kom ik niet tegen) wisselt hij zijn droom om medicijnen te gaan studeren in voor de kunsten. Hij studdeert af in de letteren en trouwt in 1950 met Virginia Kamara, die niet enkel in zijn leven maar ook in zijn gedichten een belngrijke rol zou spelen.

In de jaren vijftig keert hij terug naar Afrika. Zijn debuutbundel Coups de Pillon verschijnt in 1956.



Diop werkte als leraar te Dakar, en zette zich na de onafhankelijkheid van Senegal in 1958 in voor het regiem van Ahmed Sekou Touré.

Diop en zijn vrouw kwamen om bij een vliegtuigcrash op 25 augustus 1960 op weg naar Frankrijk.

Het grootste deel van zijn oeuvre, waaronder het manuscript voor zijn tweede bundel, zouden nooit meer boven water komen. Wat overblijft zijn de 22 gedichten uit zijn debuut en een enkele herinnering.

The Vultures


In that time
When civilization struck with insults
When holy water struck domesticated brows
The vultures built in the shadow of their claws
The bloody monument of the tutelary era
In that time
Laughter gasped its last in the metallic hell of roads
And the monotonous rhythm of Paternosters
Covered the groans on plantations run for profit
O sour memory of extorted kisses
Promises mutilated by machine-gun blasts
Strange men who were not men
You knew all the books you did not know love
Or the hands that fertilize the womb of the earth
The roots of our hands deep as revolt
Despite your hymns of pride among boneyards
Villages laid waste and Africa dismembered
Hope lived in us like a citadel
And from the mines of Swaziland to the heavy sweat of Europe’s factories
Spring will put on flesh under our steps of light.

Africa

Africa my Africa
Africa of pround warriors in ancestral savannahs
Africa of whom my grandmlother sings
On the banks of the distant river
I have never known you
But your blood flows in my viens
Your beautiful black blood that irrigates the fields
The blood of your sweat
The sweat of your work
The work of your slavery
Africa, tell me Africa
Is this your back that is bent
This back that makes under the weight of humilation
This back trembling with red scars
And saying yes to the whip under the midday sun
But a grave voice answer me
Impetuous child that tree young and strong
That tree over there
Splendidly alone amidst white and faded flowers
That is your Africa springing up anew
springing up patiently obstinately
Whose fruit bit by bit acquire
The bitter taste of liberty.

Close to you

Close to you I have regained my name
My name long hidden beneath the salt of distances
I have regained eyes no longer veiled by fevers
And your laugh like a flame making holes in the dark
Has given Africa back to me beyond the snows of yesterday
Ten years of my love
And mornings of illusion and wreckage of ideas
And sleep peopled with alcohol
Ten years and the breath of the world has poured its
pain upon me
Pain that loads the present with the flavor of tomorrows
And makes of love an immeasurable river
Close to you I have regained the memory of my blood
And necklaces of laughter around the days
Days that sparkle with joys renewed.


bronnen: Krijasto.com / wikipedia / University of Florida

Geen opmerkingen: