donderdag 20 augustus 2009

Ann Eliza Bleecker, USA (1752-1783)



00 10 1752 New York
23 11 1783 Albany

Ze werd als Ann Eliza Schuyler geboren in oktober 1752 te New York, als zesde kind van Margareta Van Wyck (1722–1777) en Brandt Schuyler (1716–1752) beide succesvol in de handel en lid van de vooraanstaande upperclass. Haar stierf na een lang ziekbed vlak voor haar geboorte.
Ze bleek reeds op jonge leeftijd aanleg voor het schrijven te hebben. Zo schreef ze veel gedichten die ze geregeld aan de familie en diens gasten voordroeg. Qua vorm en inhoud was ze volgens de bronnen zeer gevarieerd en geregeld componeerde ze dan ook gelegenheidsgedichten of schudde ze ter plekke uit haar mouw.
In 1760 hertrouwde haar moeder. Met Anthony Ten Eyck (1712-1775) eveneens lid van de eerder genoemde upperclass.

Op 29 maart 1769 trouwde Ann met John James Bleecker (1745-1795), advocaat te New Rochelle. Kort na het huwelijk verhuisde ze naar Poughkeepsie. Twee jaar later verruilde John de advocatuur voor het boerenbedrijf en zo verhuisde het stel naar een landgoed in Tomhancock, alwaar Ann veel poezie schreef en zich tevens begon toe te leggen op de kunst van het corresponderen, oké brieven schrijven. Alhier werden twee dochters geboren.

Toen de Britse troepen in 1777 Tomhancock binnenvielen, vluchtte Ann met de kinderen naar Albany, terwijl haar man de strijdkrachten ging versterken. Kort daarop overleden haar moeder en haar jongste dochter.

In de winter van 1779, publiceerde ze een periodiek met de naam "Albany gazette, dat ze in zijn geheel vulde met haar politieke essays, gedichten & korte verhalen. Met al enig doel te worden verspreid onder familie, vrienden en kennissen. Een activiteit waarin haar man haar overigens volledig steunde.

In 1781, nadat haar man door de Loyalisten gevangen werd genomen, stortte Ann in. Hoewel hij korte tijd later weer werd vrijgelaten zou ze deze inzinking nooit meer te boven komen. De poëzie die ze de laatste jaren van haar leven schreef worden gekenschetst als zijnde melancholisch en verbitterd.

Ann Eliza Bleecker overleed op drieëndertig jarige leeftijd & liet een stapel met manuscripten achter (poezie & proza) welke ze naar alle waarschijnlijkheid zelf nooit uit had willen geven. Ongeveer zeven jaar na haar dood verschenen de eerste gedichten en verhalen in verschillende magazines. In 1793 verschenen "The Posthumous Works of Ann Eliza Bleecker, in Prose and Verse". Deze publicaties kwamen voornamelijk tot stand door de inzet van haar dochter Margaret, zelf ook schrijfster. Haar werk wordt vandaag de dag nog steeds gelezen, al was het om diens historische waarde.

---
A PROSPECT OF DEATH

DEATH! thou real friend of innocence,
Though dreadful unto shivering sense,
I feel my nature tottering o’er
Thy gloomy waves, which loudly roar:
Immense the scene, yet dark the view,
Nor Reason darts her vision through.
Virtue! supreme of earthly good,
O let thy rays illume the road;
And when dashed from the precipice,
Keep me from sinking in the seas;
Thy radiant wings then wide expand,
And bear me to celestial land.

© Ann Eliza Bleecker
---

Geen opmerkingen: