zaterdag 10 september 2011

Thomas Osborne Davis, Ierland (1814-1845)



Thomas Osborne Davis werd geboren op 14 oktober 1814 te Mallow,Cork kort nadat zijn vader (een legerarts uit Wales) was overleden. Waardoor het gezin waar Thomas in opgroeide bestond uit moeder en drie zoons. In 1818 vertrekt het gezin naar Dublin, alwaar hij in 1831 rechten zou gaan studeren aan Trinity College. Tussen de bedrijven door behaalde hij ook nog een graad in de kunsten.

Ondanks het afronden van zijn studie zou hij echter een andere beroepskeuze maken. Tussen 1838 - 1840 trok hij door Engeland en Wales. In zijn ogen de beste universiteit die er bestond.

Later zou hij samen met Charles Gavan Duffy en John Blake Dillon The nation oprichten. De rest van zijn korte leven zou totaal gewijd zijn aan de Ierse zaak. Hij schreef nationalistische balladen, artikelen, columns en vurige speeches. Zijn gedachtengoed zou later uitgewerkt worden door mannen als Padraig Pearse en Wolfe Tone.

Van de vele literaire plannen die hij maakte zou uiteindelijk weinig terechtkomen. Op 30 jarige leeftijd overleed hij aan de gevolgen van TBC. Hij werd begraven op Mount Jerome Cemetery te Dublin.

A nation once again

When boyhood's fire was in my blood
I read of ancient freemen,
For Greece and Rome who bravely stood,
Three hundred men and three men;
And then I prayed I yet might see
Our fetters rent in twain,
And Ireland, long a province, be.
A Nation once again!

A Nation once again,
A Nation once again,
And lreland, long a province, be
A Nation once again!

And from that time, through wildest woe,
That hope has shone a far light,
Nor could love's brightest summer glow
Outshine that solemn starlight;
It seemed to watch above my head
In forum, field and fane,
Its angel voice sang round my bed,
A Nation once again!

It whisper'd too, that freedom's ark
And service high and holy,
Would be profaned by feelings dark
And passions vain or lowly;
For, Freedom comes from God's right hand,
And needs a Godly train;
And righteous men must make our land
A Nation once again!

So, as I grew from boy to man,
I bent me to that bidding
My spirit of each selfish plan
And cruel passion ridding;
For, thus I hoped some day to aid,
Oh, can such hope be vain ?
When my dear country shall be made
A Nation once again!