dinsdag 25 mei 2010

Vasile Carlova, Roemenie (1809 - 1831)



Carlova werd op 4 februari 1809 te Buzau geboren, als zoon van een oude familie van landeigenaren in Targoviste. Zijn ouders stierven toen hij nog jong was, zodat hij vanaf 1816 werd opgevoed door een tante in Craiova

Er zijn slechts vijf gedichten van hem bekend, hoewel dat genoeg is gebleken om hem te scharen onder de beste Roemeense dichters van zijn tijd - jammer genoeg ben ik vooralsnog geen gedichten (in vertaling) van hem tegengekomen. Enkel de titels en enige door anderen meegegeven karakteristieken.

1827 Pastorul intristat (De trieste schaapsherder)
1828 Ruinurile Targovistei (De Ruines van Targoviste - een gedicht dat bolstaat van het patriotisme)
1828 Rugacuinea (Gebed)
1829 Inserare (Nachtval)
1830/31 Marsul Romanilor (De Roemeense Mars - Een gedicht dat zwaar gecensureerd werd en enkel op losse vellen verspreid werd, maar desondanks of juist daarom beschouwd wordt als zijnde zijn beste werk)

In 1830 deed hij zijn intrede in een recent opgerichte Nationale Militie (voorloper van het hedendaagse Roemeense leger). Hij staat te boek als de 33e vrijwilliger die zich aan wist te melden. Op 18 september 1831 overleed hij op 22 jarige leeftijd in een legerkamp aan de gevolgen van een infectieziekte.

Ruinurile Târgoviştei

O, ziduri întristate! O, monument slăvit!
În ce mărime naltă şi voi aţi strălucit,
Pă când un soare dulce şi mult mai fericit
Îşi răvărsa lumina p-acest pământ robit!
Dar în sfârşit Saturnu, cum i s-a dat de sus,
În negura uitării îndată v-a supus.
Ce jale vă coprinde! Cum totul v-a pierit!
Subt osândirea soartei de tot aţi înnegrit!
Din slava strămoşască nimic nu v-a rămas.
Oriunde nu se vede nici urma unui pas.
Ş-în vreme ce odată oricare muritor
Privea la voi cu râvnă, cu ochiu-aţintător,
Acum de spaimă multă se trage înapoi
Îndată ce privirea îi cade drept pe voi...
Dar încă, ziduri triste, aveţi un ce plăcut,
Când ochiul vă priveşte în liniştit minut:
De milă îl pătrundeţi, de gânduri îl uimiţi.
Voi încă în fiinţă drept pildă ne slujiţi
Cum cele mai slăvite şi cu temei de fier
A omenirei fapte din faţa lumei pier;
Cum toate se răpune ca urma îndărăt,
Pe aripile vremii de nu se mai arăt;
Cum omul, când să fie în toate săvârşit,
Pe negândite, cade sau piere în sfârşit.
Eu unul, în credinţă, mai mult mă mulţumesc
A voastră dărămare pe gânduri să privesc,
Decât zidire naltă, decât palat frumos,
Cu strălucire multă, dar fără un folos,
Ş-întocmai cum păstorul ce umblă pre câmpii,
La adăpost aleargă când vede vijălii,
Aşa şi eu acuma, în viscol de dureri,
La voi spre uşurinţă cu triste viu păreri.
Nici muzelor cântare, nici milă voi din cer,
O Patrie a plânge cu multă jale cer.
La voi, la voi nădejde eu am de ajutor;
Voi sunteţi de cuvinte şi de idei izvor.
Când zgomotul de ziuă înceată preste tot,
Când noaptea atmosfera întunecă de tot,
Când omul de necazuri, de trude ostenit
În liniştirea nopţii se află adormit,
Eu nici atunci de gânduri odihnă neavând,
La voi fără sfială viu singur lăcrămând
Şi de vederea voastră cea tristă însuflat
A noastră neagră soartă descoper nencetat.
Mă văz lângă mormânt al slavei strămoşeşti
Şi simţ o tânguire de lucruri omeneşti;
Şi mi se pare încă c-auz un jalnic glas
Zicând aceste vorbe: "Ce, vai! a mai rămas,
Când cea mai tare slavă ca umbra a trecut,
Când duhul cel mai slobod cu dânsa a căzut".
..........................
..........................
Acest trist glas, ruinuri, pă mine m-au pătruns
Şi a huli viaţa în stare m-au adus.
..........................
..........................
Deci priimiţi, ruinuri, cât voi vedea pământ,
Să viu spre mângâiere, să plâng pe-acest mormânt,
Unde tiranul încă un pas n-a cutezat,
Căci la vederea voastră se simte spăimântat!

maandag 24 mei 2010

Alec de Candole, Engeland (1897 - 1918)

Alec de Candole werd geboren op 26 januari 1897 te Cheltenham. Opgeleid aan het Marlborough college dat hij echter in 1916 verliet om zich aan te melden voor het leger. Diende in 4th Wiltshire regiment dat in april 1917 te Vlaanderen arriveerde. In oktober van dat jaar raakte hij gewond en keerde terug naar Cheltenham om te herstellen, maar in juli 1918 reisde hij weer af naar België en maakte ditmaal onderdeel uit van het 49th company machinegun corps te Ieper.

Hij sneuvelde op 4 september 1918 tijdens een bombardement te Bonninques.

As one who wanders

As one who wanders on a desert plain.
An arid waste of dead sterility,
Then finds a green oasis suddenly.
And slakes his thirst there, and forgets his pain.
Resting awhile from the long journey's strain
'Neath the cool shade of some o'erarching tree
In full content, and yearneth longingly
In that sweet place for ever to remain ;
So has it been my fortune all this day
Beneath the cloud-flecked blue of heaven's wide dome
To rest in quiet ease, my spirit at home.
All weary care and labour put away.
Free now and happy, ere again I roam,
Once more in void and barren paths to stray.

maandag 17 mei 2010

Iraaks-Koerdische schrijver vermoord na satirisch gedicht

Maandag 17 mei 2010 door Hans Cottyn / De papieren man

Zardasht Osman, een 23-jarige journalist en student, is in Erbil in Iraaks Koerdistan vermoord nadat hij in een gedicht kritiek had geuit op het nepotisme en de corruptie van de president van de Koerdische autonome regio in Irak, Massoud Barzani. Zo meldt The Huffington Post.

Osman werd voor de universiteit waar hij studeerde door onbekenden ontvoerd. Vier dagen later werd hij dood en geboeid teruggevonden. Vrienden en familie van Osman zijn er zeker van dat de moord werd uitgevoerd door de veiligheidstroepen van president Barzani als wraak voor het gedicht dat Osman heeft geschreven. Als gevolg van de moord braken in Erbil felle protesten uit en betogers probeerden het Koerdisch parlement te bestormen.

Osman schreef onder pseudoniem voor verschillende Koerdische websites, onder meer voor het in Zweden gevestigde Kurdistanpost. Het gewraakte gedicht verscheen al in december en de journalist was al enkele keren langs de telefoon bedreigd geweest. Hij studeerde Engels aan de universiteit van Erbil en zou normaal komende juni zijn diploma halen.

zaterdag 15 mei 2010

James Edwin Campbell, USA (1867 - 1895)



James Edwin Campbell werd geboren op 27 juli 1867 te Pomeroy Ohio als zoon van Lethia Stark & James Campbell. Hij studeerde af aan Pomeroy High School in 1884, was onderwijzer in Ohio en maakte deel uit van de Republikeinse politek aldaar.

In 1887 verscheen de gedichtenbundel Driftings & gleanings.

In de periode 1890 - 1894 was hij hoofd van respectievelijk Langston School in Point Pleasant & Collegiate institute Charleston - een agrirische en technische school voor de Afro-Americans. In 1891 was hij getrouwd met Mary Champ, een onderwijzer op één van zijn scholen.

Na zijn verhuizing naar Chicago maakte hij deel uit de redactie van The Times Herald & schreef artikelen en gedichten voor verschillnde periodieken.

Zijn Carriere werd in de kiem gesmoord toen hij op zijn achtentwintigste overleed aan de gevolgen van een longontsteking.

In 1895 verscheen posthuum Echoes from the cabin and elsewhere

COMPENSATION

O, rich young lord, thou ridest by
With looks of high disdain;
It chafes me not thy title high,
Thy blood of oldest strain.
The lady riding at thy side
Is but in name thy promised bride,
Ride on, young lord, ride on!

Her father wills and she obeys,
The custom of her class;
'Tis Land not Love the trothing sways--
For Land he sells his lass.
Her fair white hand, young lord, is thine,
Her soul, proud fool, her soul is mine,
Ride on, young lord, ride on!

No title high my father bore;
The tenant of thy farm,
He left me what I value more:
Clean heart, clear brain, strong arm
And love for bird and beast and bee
And song of lark and hymn of sea,
Ride on, young lord, ride on!

The boundless sky to me belongs,
The paltry acres thine;
The painted beauty sings thy songs,
The lavrock lilts me mine;
The hot-housed orchid blooms for thee,
The gorse and heather bloom for me,
Ride on, young lord, ride on!