05 juli 1767 Kinnesswood, Kinrossshire
Michael Bruce werd geboren te Kinneswood als zoon van een wever, Alexander Bruce en diens vrouw Anne. Volgens de overleveringen las hij vanaf zijn vierde en vrat ie klassiekers. Hij ging alleen in de wintermaanden na school, aangezien hij zich in de zomer bezig diende te houden met de schapen in het heuvels rond Loch Lomond, wiens natuur een belangrijke voedingsbodem zou vormen voor zijn poezie. Bruce wordt omschreven als een teer kind, dat vaak ziek was en daardoor al snel een speciale plek veroverde binnen de familie en vriendenkring. Hij studeerde Grieks en Latijn en kreeg op zijn vijftiende (onder andere door donaties van vrienden) de mogelijkheid om te gaan studeren in Edinburgh (1762-1765)
Na zijn studie ging hij aan de slag als onderwijzer. Onder andere in Forest Hill, alwaar hij hoofd werd van een nieuw op te zetten school. Hier leidde hij een leven dat gekenmerkt werd door armoede, ziekte en eenzaamheid en schreef hij onder andere het gedicht Loch Leven dat hij basseerde op zijn jeugdherinneringen. In deze periode begon de tuberculose zich duidelijk te openbaren waarop hij al zijn werkzaamheden over diende te dragen. Hij keerde terug naar zijn geboorthuis te Kinnesswood en stierf aldaar op 05 juli 1767.
Kort na het overlijden van Bruce, kwam John Logan, een studie vriend van Michael, in het bezit van de manuscripten nadat hij Alexander Bruce beloofd had deze te zullen publiceren. In 1770, verscheen 'poems on several occassions, by Michael Bruce' welke bestond uit zeventien gedichten. Aangezien Alexander Bruce het er niet mee eens was, dat slechts een klein deel van zijn zoons gedichten gepubliceerd werd, zo miste hij onder andere "The Gospel Sonnets", eiste hij de manuscripten terug, maar ontving uiteindelijk slechts een aantal gedichten retour. Logan verklaarde dat een groot deel van het werk op mysterieuze wijze verdwenen was. En daar leek de kous mee af.
In 1781 verscheen er echter een bundel op de markt, met de titel "Poems, by the rev. Mr Logan, one of the Ministers of Leith. Hierin stonden een groot aantal gedichten van Bruce, waaronder "Ode to the Cuckoo" maar ook een groot deel van de geestelijke liederen, Naast deze bundel had Logan ook nog eens verschillende werken van Bruce onder zijn eigen naam ingestuurd naar kranten en verschillende bloemlezers. Dit kon natuurlijk niet onopgemerkt blijven, en al snel werd hij dan ook aangeklaagd wegens plagiaat.
Vanaf het begin van de negentiende eeuw werd het auteurschap van Bruce uiteindelijk in ere hersteld in de vorm van verschillende uitgaven van zijn complete werken.
Ode to the cuckoo
Hail, beauteous stranger of the grove!
...Thou messenger of Spring!
Now Heaven repairs thy rural seat,
...And woods thy welcome ring.
What time the daisy decks the green,
...Thy certain voice we hear:
Hast thou a star to guide thy path,
...Or mark the rolling year?
Delightful visitant! with thee
...I hail the time of flowers,
And hear the sound of music sweet
...From birds among the bowers. . .
. . .Sweet bird! thy bower is ever green,
...Thy sky is ever clear;
Thou hast no sorrow in thy song,
...No Winter in thy year!
O could I fly, I'd fly with thee!
...We'd make, with joyful wing,
Our annual visit o'er the globe,
...Companions of the Spring.
hier treft u een uitgebreidere biografie over Bruce.