***
Poëzie
Gods tempel lag vernield, de liefde werd vergeten,
Het kwaad regeerde de aard met ijzersterke hand,
De deugd werd diep verguisd, het schoone ruw versmeten -
En 't donker kroost der hel boeleerde in stad en land. -
God zag die ramp en sprak met innig mededogen :
"Wien zend ik, voor mijn zaak, naar gindsche woestenij?"
Toen kwam de Poëzie naar de eeuwge troon gevlogen,
Viel in aanbidding neêr en smeekte: "Vader, mij!" -
uit: Gedichten (1866)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten