dinsdag 30 augustus 2011

Leslie Coulson, Engeland (1889 - 1916)



Leslie Coulson werd geboren op 19 juli 1889 te Kilburn, als zoon van Frederick Coulson die werkzaam was in een magazijn maar ervan droomde schrijver te zijn - te worden, een droom die hij al snel doorgaf aan de jonge Leslie en diens broer, die hun opleiding genoten op een internaat te Norfolk.

Leslie werkte voor lokale kranten, omder andere in Manchester en Londen. Terwijl zijn vader en broer ook de pen op hadden gepakt en geregeld columns produceerde schopte Leslie het tot assistant editor van The Morning Post en The Standard.

Toen in 1914 de oorlog begon stelde Coulson zich meteen beschikbaar om zijn land te dienen. Na een korte training in Engeland vertrok hij op kerstavond 1914 naar Malta, om via Gallipoli,en Egypte uiteindelijk aan de Somme te belanden

ondertussen gepromoveerd tot Sergeant nam hij op 7 oktober 1916 deel aan een aanval nabij Lesboeufs, alwaar hij in zijn borst werd geraakt en stierf. Zevenentwintig jaar oud.

Volgens de overlevering zouden er op zijn lichaam twee gedichten zijn aangetroffen, hoewel tussen zijn bezittingen misschien dichter bij de waarheid ligt, maar de romantici onder ons willen ook wel eens wat, waaronder "Who made the law"

WHO MADE THE LAW?

Who made the Law that men should die in meadows?
Who spake the word that blood should splash in lanes?
Who gave it forth that gardens should be bone-yards?
Who spread the hills with flesh, and blood, and brains?
Who made the Law?

Who made the Law that Death should stalk the village?
Who spake the word to kill among the sheaves,
Who gave it forth that death should lurk in hedgerows,
Who flung the dead among the fallen leaves?
Who made the Law?

Those who return shall find that peace endures,
Find old things old, and know the things they knew,
Walk in the garden, slumber by the fireside,
Share the peace of dawn, and dream amid the dew –
Those who return.

Those who return shall till the ancient pastures,
Clean-hearted men shall guide the plough-horse reins,
Some shall grow apples and flowers in the valleys,
Some shall go courting in summer down the lanes -
THOSE WHO RETURN.

But who made the Law? the Trees shall whisper to him:
˜See, see the blood“ the splashes on our bark!
Walking the meadows, he shall hear bones crackle,
And fleshless mouths shall gibber in silent lanes at dark.
Who made the Law?

Who made the Law? At noon upon the hillside
His ears shall hear a moan, his cheeks shall feel a breath,
And all along the valleys, past gardens, crofts, and homesteads,
HE who made the Law,
He who made the Law, He who made the Law shall walk along with Death.

Zijn verzamelde gedichten (From an outpost and other poems) verschenen postuum in 1917 onder redactie van zijn vader. Er werden in dat eerste jaar om en nabij de 10.000 exemplaren van verkocht.



bronnen : poemhunters / firstworldwar.com / warpoetsassociaton

Joseph Seamon Cotter, USA (1895 - 1919)




Joseph Seamon Cotter werd geboren op 2 september 1895 te Louisville Kentucky als zoon van Seamon Cotter sr. (tevens dichter) & Marie F Cox. Hij had twee zusters. Vooral met de oudste Florence had hij een zeer hechte band.

Aangezien er in het ouderlijk huis een uitgebreide bibliotheek aanwezig was, kwam de jonge Joseph al vroeg in aanraking met de literatuur, en raakte hij al snel in de ban van zowel de europese (was een groot bewonderaar van onder andere Keats) als de afro-amerikaanse poëzie. Paul Laurence Dunbar was overigens een huisvriend van de familie.

Cotter doorliep The Western School & Louisville Central Colored Highschool (alwaar zijn vader docent was & tevens de leiding had). Hij was een goed student die vooral uitblinkte in Latijn, Engels, Geschiedenis en Wiskunde. Studeerde in 1911 af met de op één na hoogste cijferlijst van zijn jaar. Was betrokken in de politiek, vooral op het gebied van raciale kwesties. Hij ging net als zijn zus Florence naar Fisk Unversity te Nashville, alwaar hij in de redactie van de Fisk Herald zat, en waar zijn schrijftalent zich begon te openbaren.

Gedurende zijn tweede jaar loopt hij TBC op & wordt door zijn ouders weer naar louisville gehaald. Voor de rest van zijn korte leven diende hij de strijd met deze ziekte aan te gaan. In die tijd een belangrijke doodsoorzaak onder de zwarte Amerikaanse bevolking.

Niet lang daarna kwam ook Florence thuis met TBC. Binnen een jaar op 16 december 1914overleed ze. Hiermee verloor Joseph een van zijn grootste vrienden (een verlies dat hij maar moeilijk kon verwerken, maar wel het begin van een literaire carriere)

Na zijn terugkeer naar Louisville werkte hij als schrijver & editor van The Leader (een lokale krant) en werd een woordvoerder voor de zwarte gemeenschap. Met een sterke literaire ondertoon beschreef hij het lot van de zwarte soldaten, de eerste wereldoorlog, intergratie etc.

zijn poëtische talent ontwikkelde zich tussen 1915 - 1918. Op 26 mei 1918 werd The Band of Gideon & other lyrics gepubliceerd. Om het boek door te bladeren zie : http://babel.hathitrust.org/cgi/pt?id=uc1.b3688099


Gedurende de zomer & herfst van 1918 werkte hij aan de sonnettencyclus Out of the shadows & andere gedichten . Beide bedoeld om opgenomen te worden in een tweede bundel die er door zijn vroege dood nooit zou komen. In januari 1919 diende hij zijn poëzie reeds aan zijn vader te dicteren. Een maand later (03.02.1919) sloot het doek zich definitief.




To Florence

Sister, when at the grassy mound I stand
Which holds in cold embrace thy mortal frame,
The tears unbidden rush into my mortal eyes
And wash away from me all save the sight
Of thy pure life and patient suffering.
And ever and anon comes memory
Of days gone by when health's bright sun did shine
Upon us both. And tho within the Cloud
I stand, content I am to think of thee
And live as best I may, till by thy side
In God's own time, I lay me down to rest.


Sonnet to Negro Soldiers


They shall go down unto Life's Borderland,
Walk unafraid within that Living Hell,
Nor heed the driving rain of shot and shell
That 'round them falls; but with uplifted hand
Be one with mighty hosts, an arméd band
Against man's wrong to man--for such full well
They know. And from their trembling lips shall swell
A song of hope the world can understand.
All this to them shall be a glorious sign,
A glimmer of that resurrection morn,
When age-long Faith crowned with a grace benign
Shall rise and from their brows cast down the thorn
Of prejudice. E'en though through blood it be,
There breaks this day their dawn of Liberty.

maandag 29 augustus 2011

John Cornford, Engeland (1915 - 1936) *



Geboren op 27 december 1915 in Cambridge als Rupert John Cornford, maar prefereerde uiteindelijk zijn eerste naam te laten vallen. Een naam die hij overigens dankte aan Rupert Brooke, die bevriend was met zijn ouders, Francis Macdonald Cornford (1874-1943) professor antieke filosofie aan de universiteit te Cambridge en Frances Crofts Cornford (1886-1960) kleindochter van Charles Darwin en gepubliceerd dichteres.

Hij studeerde geschiedenis aan Trinity College te Cambridge alwaar hij zich aansloot bij de Britse afdeling van de Communistische Partij en begon met het schrijven van gedichten.

In deze periode kreeg hij een relatie met Rachel Peters, die een kind van hem kreeg, maar die hij kort na diens geboorte zou verlaten. Het kind, James Cornford zou later door zijn grootouders Francis en Frances Cornford geadopteerd worden. Ondertussen had John te Cambridge alweer kennis gekregen aan zijn volgende liefde, de toekomstige historica Margot Heinemann, met wie hij een verhouding kreeg en aan wie hij verschillende gedichten op zou dragen.

Vanaf 1933 was hij al direct betrokken bij de Communistische Partij te Londen. Gedurende de Spaanse burgeroorlog recruteerde hij verschillende studiegenoten te Cambridge en kwam uiteindelijk in augustus 1936 ook zelf (als één van de eerste Engelse vrijwilligers)aan het Spaanse front terecht in de buurt van Aragon. Na een kort verblijf in Engeland in oktober melde hij zich in november 1936 wederom aan het front om uiteindelijk op 27 december om te komen tijdens de slag rond Lopera nabij Córdoba.

In 1938 zou de eerste verzameling van zijn werken verschijnen.

bron : Wikipedia
link voor meer informatie : http://www.spartacus.schoolnet.co.uk/SPcornford.htm

A Letter from Aragon

This is a quiet sector of a quiet front.

We buried Ruiz in a new pine coffin,
But the shroud was too small and his washed feet stuck out.
The stink of his corpse came through the clean pine boards
And some of the bearers wrapped handkerchiefs round their faces.
Death was not dignified.
We hacked a ragged grave in the unfriendly earth
And fired a ragged volley over the grave.

You could tell from our listlessness, no one much missed him.

This is a quiet sector of a quiet front.
There is no poison gas and no H. E.

But when they shelled the other end of the village
And the streets were choked with dust
Women came screaming out of the crumbling houses,
Clutched under one arm the naked rump of an infant.
I thought: how ugly fear is.

This is a quiet sector of a quiet front.
Our nerves are steady; we all sleep soundly.

In the clean hospital bed, my eyes were so heavy
Sleep easily blotted out one ugly picture,
A wounded militiaman moaning on a stretcher,
Now out of danger, but still crying for water,
Strong against death, but unprepared for such pain.

This on a quiet front.

But when I shook hands to leave, an Anarchist worker
Said: 'Tell the workers of England
This was a war not of our own making
We did not seek it.
But if ever the Fascists again rule Barcelona
It will be as a heap of ruins with us workers beneath it.'

© John Cornford

zondag 28 augustus 2011

Sergio Corazzini Italië (1886 - 1907)



Sergio Corazzini werd op 6 februari 1886 te Rome geboren als zoon van een plaatselijke tabakshandelaar.

Hij bezocht na enkele jaren basisonderwijs een prive school te Spoleto, maar werd daar in 1898 reeds afgehaald aangezien zijn vader het familiefortuin was kwijtgespeeld op de beurs en er daarnaast ook een bepaald geldverslindende levenswandel op na hield.

Deze val van rijkdom naar armoede tekende uiteindelijk de gemoedstoestand van de jonge Sergio en later ook zijn poëzie, om daarnaast ook te lijden tot het vroege overlijden van zijn moeder, zijn broer Gualtiero en niet veel later het zijne.

Een andere broer Erberto, kwam overigens nog vroegtijdig om het leven bij een autoongeluk in Libie. Zijn Vader overleefde het gezin, maar overleed nog voor zijn oude dag in het armenhuis.

Sergio zou zijn opleiding aan een eenvoudig gymnasium voltooien en vond een baantje bij een verzekeringsmaatschappij.

Door zijn eerste publicaties wist hij in een kleine kring enig naam te maken, een kring die later als Crepuscolari een avantgarde vormde (waarin onder andere ook Aldo Palazzeschi en Marino Moretti actief waren)

Corazzinis dichtbundels verschenen tussen 1904 en 1907:

1904 - la Dolcezze
1905 - l'amore calice
1905 - le aureole
1906 - piccolo libro inutile
1906 - poemeti in prosa
1907 - libro per la sera della domenica


In het voorjaar van 1906 verergerde zich bij hem de tbc (waar zijn hele familie al aan te lijden had). Ook een sanatoriumbezoek mocht niet baten. Toen hij stierf op 18juni 1907 was hij slechts 21 jaar.

The despair of a poor sentimental poet

'Why do you call me poet?
I am no poet
I am but a weeping child
I have only tears to offer to the silent world
Why do you call me poet?
My wretchedness is the wretchedness of everyman
My happiness was of the simple kind
So simple that I could only confess it
With embarrassment
Today I think of death
I am ill indeed
And each day I die a little
As do all things
So I am not a poet
Poets must lead a different life
But I can only die
Amen.

(naam vertaler onbekend)